Aanpassing van de Transgenderwet is een ernstige bedreiging van vrouwen, beweerde jurist Caroline Franssen in een ingezonden artikel in Trouw. Zij ging ervan uit dat mannen zich in jurken zouden steken, op die grond damestoiletten zouden binnendringen en vrouwen daar zouden verkrachten. Een bizar betoog.

Franssen stelt dat zij opkomt voor de veriligheid en rechten van meisjes en vrouwen, waar ze slechts cis-meisjes en cis-vrouwen bedoelt. Haar angst kan een heel reële achtergrond hebben - en aanranding en verkrachting moeten zo veel mogelijk worden voorkomen en bestreden - maar de manier waarop ze deze toepast om tegen aanpassing van de transgenderwetgeving te ageren is compleet onlogisch en een vorm van stemmingmakerij. 

De beoogde wetswijziging houdt onder andere in dat mensen die transgender zijn, niet langer een volledig medisch traject hoeven te hebben doorlopen voordat zij zich officieel als behorend tot een andere sekse kunnen laten registreren. 

Volgens Franssen zouden daarmee in verschillende maatschappelijke situaties risico's voor vrouwen worden geïntroduceerd. Zij noemt ook als voorbeeld dat een vrouwenverkrachter na zijn veroordeling kan claimen dat hij eigenlijk vrouw is, daarom in een cel in een vrouwengevangenis geplaatst kunnen worden samen met een (andere, cis-gender) vrouw, en zo zijn opraktijk in de gevangenis kunnen voortzetten. Alsof iemand die een vrouw heeft verkracht (of die zelf nou een man of een vrouw is) zonder enig nadenken bij een vrouw op een cel zou worden geplaatst. Alle voorbeelden die ze geeft spelen in op angstgevoelens, maar missen ratio en gaan niet uit van maatschappelijke werkelijkheid.

Grotesk is dat zij in haar slotttekst de minister oproept om "geen fundamentele rechten [aan transgenders] toe te kennen, enkel op basis van een 'gevoel' [dat transgenders zich tot een ander gender voelen behoren dan zoals zij bij geboorte zijn geregistreerd]."

Inmiddels hebben diverse mensen en organisaties reacties naar Trouw gestuurd waarin zij het betoog van Franssen onderuit halen. Het is te hopen dat dit vreemde betoog geen nadelige invloed heeft op de behandeling in het parlement.