Het was voor het image van het referendum slecht dat dit, als nummers een en twee, twee autochtone mannen uit dezelfde partij en dezelfde leeftijdsklasse opleverde. Er was weinig belangstelling voor de debatten en mogelijkheden om de verschillen tussen de burgemeesterskandidaten zelf te testen. RozeLinks organiseerde enkele dagen voor het referendum samen met het COC Midden-Nederland, de Stichting De Overkant en anderen een ‘roze debat’; dat bleek met een opkomst van een vijftig mensen nog het best bezochte debat tot dan toe te zijn.
Beide kandidaten toon- den zich bereid om zich in te zetten voor de bestrijding van holebi-discriminatie, en voor een goed gemeentelijk homobeleid. (Trans-beleid kwam helaas niet ter sprake.) Pans kwam daarbij met de kreet dat Utrecht daar de nummer 1 van het land in moest wor- den, al had hij geen idee hoe hoog Utrecht nu scoorde en wat er dan verbeterd moest worden. Wolfsen toonde zich daarentegen persoonlijk betrokken toen hij vertelde hoe hij bij een van zijn oriënterende overnachtingen in Utrecht, bij een mannenstel op Kanaleneiland, had gemerkt hoe sluipend het proces ging van terugkruipen in de kast. Hij vond dat beklemmend en wilde kijken hoe dát te keren was. De uitslag – met slechts 9% opkomst – was een overduidelijk teken dat het anders moet met burgemeestersprocedures. Wel krijgt Utrecht met Wolfsen een burgemeester die betrokken is bij homobeleid.