De Commissie spant een zogeheten inbreukprocedure aan tegen beide landen vanwege hun inperkingen van gelijkberechtiging en van grondrechtenbescherming.

Bij Hongarije gaat het om de recent ingevoerde wet die het verbiedt om jegens jongeren onder de 18 jaar voorlichting te geven over "(1) afwijking van de identiteit zoals die overeenkomt met het geslacht bij geboorte, (2) wijziging van sekse of (3) homoseksualiteit". Dit wordt als LHBTQI-propaganda beschouwd. 

Wat betreft Polen zijn de zogeheten LHBT-vrije zones (zie de sticker) steen des aanstoots.

Beide lidstaten hebben nu twee maanden om zich bij de Commissie te verdedigen. Leidt dat niet tot resultaat, dan zal de Commissie hen een nadere onderbouwing van de EU-bezwaren tegen hun beleid sturen. Daarna kan de Commissie naar het Europese Hof van Justitie stappen om de lidstaten aan te klagen.

Een Hof waarover in Polen stemmen opgaan om de rechtsbasis te betwisten. Polen overweegt zijn Grondwet als belangrijker dan de Europese verdragen, richtlijnen en jurisprudentie te verklaren.