Het wetsontwerp was al door een meerderheid van het Lagerhuis aangenomen, toen een stevige lobby van rechtse partijen een bondgenoot vond in het Vaticaan. Dat claimde dat het wetsontwerp het zogeheten Pact van Lateranen zou schenden. In die historische overeenkomst legden de Italiaanse en Vaticaanse staat afspraken vast over vrijheid van meningsuiting en organisatie.

Naast de strafbaarstelling van haatzaai zou het wetsontwerp ook seksuele en genderdiversiteit bevorderen door 17 mei te erkennen als nationale dag tegen homo- en transfobie. Vooral tegen dat voorstel liepen de conservatieven en rooms-katholieken te hoop.

Zelf beslissen

Toen het Vaticaan bij monde van buitenlandminister Paul Richard Gallagher protesteerde tegen het wetsontwerp, kreeg hij lik op stuk van premier Mario Draghi, die aangaf dat Italië zélf ging over zijn wetgeving.

Compromis

De rechtse partijen hadden in de Senaat een voorstel voor een compromis, waarbij 17 mei zou verdwijnen, en homohaat een verzwarende omstandigheid zou worden bij misdrijven. Transhaat zou echter niet meer worden genoemd. Voor de indieners van het wetsontwerp was dat niet acceptabel. En daarmee blijft Italië ergens onderaan bungelen in het rijtje van Europese landen als je naar LHBTQI+-rechten kijkt. Een droevig resultaat.