In 1945 kwam in Duitsland een einde aan het nazi-regiem. Veel Duitse homoseksuelen waren omgekomen in de concentratiekampen. De nazi’s hadden namelijk de bestaande strafbaarstelling van homoseksualiteit aanzienlijk verzwaard en weinigen van de opgepakte mannen was nog in leven. Voor hen betekende het einde van de oorlog echter geen vrijheid: zij werden in het naoorlogse Duitsland gedwongen om de door de nazi’s opgelegde straffen verder uit te zitten. In Oost-Duitsland werden in 1950 de nazistische wetswijzigingen teruggedraaid, maar in West-Duitsland duurde dat heel langer: een eerste stap in 1969, een tweede vier jaar later. Pas in 1994, na de Duitse hereniging, werd het hele wetsartikel geschrapt.

Paragraaf 175, het onderdeel van de strafwet dat homoseksualiteit betrof, heeft niet alleen deze mannen veel leed aangedaan. De Duitse politie bleef nog lang actief naar homo’s zoeken en het aantal zelfmoorden in homokringen was hoog. Wie betrapt werd of zelfs maar verdacht was kon zijn carrière verder vergeten en zelfs het behoud van een baan was moeilijk. Dat gold in nog sterkere mate voor de Bundeswehr, waar zoals in alle strijdkrachten een machocultuur heerste.

De structurele discriminatie op grond van homoseksualiteit werd in de Duitse strijdkrachten officieel beëindigd in juli 2000. Twintig jaar later maakt de minister van Defensie, Annegret Kramp-Karrenbauer, bekend dat zij een compensatieregeling wil instellen voor de slachtoffers van deze discriminatie in de strijdkrachten. Hoe deze er precies gaat uitzien wordt later bekendgemaakt.

Tobias Lindner, defensiewoordvoerder van de Grünen in de Bondsdag, begroette het plan en gaf aan dat de behandeling van homo-soldaten nog altijd een donkere vlek vormt in de geschiedenis van de Bundeswehr.