Zo'n 45 aanwezigen maakten aantekeningen van de interviews en met dat materiaal werd in werkgroepen naar maatschappelijke en politieke conclusies toegewerkt. De vier persoonlijke verhalen verschilden onderling zeer, maar kwamen overeen in de eigen weg die alle vier betrokkenen gevonden hadden. Kort samengevat, lijkt het er op dat er wat homoseksualiteit aangaat bij God meer ruimte is dan bij diens 'grondpersoneel'. Ook werd gesignaleerd dat er in bijna alle religieuze groeperingen meer begrip en verdraagzaamheid groeit.

Het minst lijkt dit het geval bij opwekkingsbewegingen, waar zelfs duiveluitdrijving bij homo’s voorkomt. Mede door deze opening van de dag was er veel aandacht voor homopioniers in een religieus of cultureel ‘moeilijke’ omgeving. Deze pioniers kunnen gesteund en ingezet worden. Echter, een cultuurspecifieke aanpak is wel van belang in dezen. Het ‘verplichten’ dat homo’s uit de kast moeten komen is bijvoorbeeld niet altijd goed voor de specifieke persoon. Evenzo was er grote aandacht voor seksuele vorming in het (openbaar en bijzonder) onderwijs: het relativeren van de vooringenomenheden over wat mannelijk en vrouwelijk is, en het stimuleren van meer onbevangen lijfelijkheid.

Vier aansprekende voorbeelden van zo’n onderwijsaanpak werden door aanwezigen gegeven. Nu is het zaak deze aanpakken verder te ontwikkelingen en uit te rollen over het land. RozeLinks en de Linkerwang kregen relevante politieke thema’s aangereikt waaraan zij in het komende jaar uitwerking zullen geven.