De ouders van een transgender zoon spanden in 2014 een zaak aan tegen de Spaanse staat om de geboorteakte en het persoonsregister te laten wijzigen. Hun zoon was onderzocht door een psycholoog, en psychiater en een endocrinoloog, die verklaarden dat de jongen voldeed aan alle inhoudelijke criteria van de Spaanse genderidentiteitswet om als man te worden geregistreerd. Toch werd de eis afgewezen omdat in de wet een minimumleeftijd van 18 jaar staat.
De ouders legden zich niet bij dit oordeel neer en gingen in hoger beroep. Zij argumenteerden o.a. dat de afwijzing van het verzoek een schending was van grondrechten zoals vastgelegd in de Spaanse Grondwet. Uiteindelijk oordeelde het Constitutioneel Hof op 3 juli 2019 dat de minimumleeftijd in de genderidentiteitswet in strijd was met de Grondwet en dat het kind zo snel mogelijk als mannelijk mocht worden geregistreerd.