Maar ook in een aantal verpleeghuizen loopt het niet goed. Medebewoners zijn soms niet gediend van ie­mand die openlijk lesbisch, homo, bi of trans is. Of aan wie je niet in één oogopslag kan zien of het een man of een vrouw is. Soms is tolerantie ver te zoeken. En hoewel er vaak een lief imago hangt aan opaatjes en omaatjes, in verpleeghuizen kan ook gepest en getreiterd worden Dat leidt ertoe dat sommige ouderen op late leeftijd ‘weer terug in de kast’ moeten. Een gruwelijk verschijnsel.

Categoriale én algemene huizen

Daarom zijn verschillende initiatieven genomen. Enerzijds kwam er een initiatief voor een ‘roze huis’ waar­binnen seksuele en gen­der­di­ver­si­teit de norm is en de tolerantie vrijwel vanzelfsprekend. Een soort cate­goriale ouderenzorg.

Anderzijds is er een ‘Roze Loper’ ontworpen, een keurmerk voor ‘algemene’ verpleeghuizen waarmee ze zich kwalificeren als LHBTQI-vriendelijk.

RozeLinks wil: ontwikkeling van een certificering zoals de Roze Loper voor de thuiszorg. Thuiszorgorganisaties moeten kunnen worden beoordeeld op de LHBTQI*-vriendelijkheid van hun diensten, en zij moeten op dit punt ook kwaliteitseisen stellen aan hun mede­wer­kers. Zo nodig bijscholing aanbieden.

Kwaliteitsbewaking thuiszorg

Bovendien dienen de gemeenten bij de gunning van thuiszorg aan thuiszorginstellingen rekening te houden met de kwaliteit (dus ook de inclusiviteit) van de zorgverlening. Het mag niet alleen gaan om de vraag welke in­stelling de laagste prijs biedt. Voor verpleeghuizen moet het beleid gericht zijn op uitbreiding van het aantal dat zich kwalificeert voor de Roze Loper (en dat ook blijft nastreven!) Op den duur dienen verpleeghuizen zónder Roze Loper (en andere inclusiviteits­cer­ti­fi­ce­ring) steeds minder kansen te krijgen voor overheids- of verzekeringsfinanciering.